
26
Elektrische aansluiting
Voordat u het apparaat aansluit moet u controleren
of de nominale spanning (de op het typeplaatje aan-
gegeven spanning) overeenkomt met de aanwezige
netspanning. Het typeplaatje bevindt zich onderop
de kookplaat.
De spanning van het verwarmingselement bedraagt
AC230V~. Ook bij oudere stroomnetten met
AC220V~ werkt het apparaat onberispelijk.
De aansluiting van de kookplaat dient zodanig te
worden uitgevoerd dat het apparaat met alle polen
van het net kan worden gescheiden met een contac-
topeningswijdte van min. 3 mm, bijv. door automati-
sche
zekering,aardlekschakelaaroderveiligheidsschakela
ar.
Als aansluitsnoer moet een snoer van type H05VV-F
of van betere kwaliteit worden gebruikt.
De aansluiting dient volgens schema te worden uit-
gevoerd. Alnaargelang het aansluitschema moeten
de aansluitbruggen op de juiste wijze worden inge-
zet. De aardeleider wordt met klem E verbonden. De
aardeleiderader moet langer zijn dan stroomvoeren-
de aders.
De kabelaansluitingen moeten volgens de voor-
schriften worden uitgevoerd en de klemschroe-
ven moeten vast worden aangedraaid.
Daarna het aansluitsnoer met de trekontlastingsklem
beveiligen en de afdekking sluiten door hem stevig
aan te drukken (inklikken).
Voordat het apparaat voor de eerste keer wordt inge-
schakeld moeten evt. aanwezige beschermingsfolie
of stickers van de glaskeramische plaat of het raam
worden verwijderd.
1 Na het aansluiten aan de stroomverzorging
controleren of de kookzones bedrijfsklaar zijn
door ze één voor één even op de maximale
stand in te schakelen.
Kommentare zu diesen Handbüchern