
Oven - Dagelijks gebruik
Waarschuwing! Zie de
veiligheidshoofdstukken .
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koel-
ventilator automatisch ingeschakeld om de op-
pervlakken van het apparaat koel te houden.
Na het uitschakelen van het apparaat blijft de
ventilatie doorgaan om het apparaat af te koe-
len en schakelt daarna vanzelf uit.
Het apparaat aan- en uitzetten
1. Zet de functieknop van de oven op een
ovenfunctie.
2. Zet de temperatuurknop op de gewenste
temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zolang de
temperatuur in het apparaat stijgt.
3. Draai om het apparaat uit te schakelen de
functieknop van de oven en de thermo-
staatknop op de uit-stand.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uitstand Het apparaat staat UIT.
Ovenlampje Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te verlichten.
Gecirculeerd koken
Voor het braden of braden en bakken van gerechten waarvoor de-
zelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steun-
hoogte, zonder dat er smaken worden overgebracht van het ene
naar het andere gerecht.
Als u pizza maakt, verkrijgt u de beste resultaten door de bedie-
ningsknop van de oven naar de stand
pizza te draaien.
Boven- en onderwarmte Bakken en braden op 1 ovenniveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en het
goedhouden van de vulling.
Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
Grill
Om plat voedsel in het midden van het rooster te roosteren en om
toast te maken.
Tweekrings grill
Om plat voedsel in grote hoeveelheden te roosteren en om toast te
maken.
Circulatiegrill
Om grotere stukken vlees of gevogelte op één niveau te braden.
Ook om te gratineren en te bruineren.
10
www.zanussi.com
Kommentare zu diesen Handbüchern